Verkeersles: wat betekenen de borden op het platform?

Vliegen is één ding, maar de weg vinden van en naar de start- en landingsbaan is een andere. Als we tijdens het taxiën naar buiten kijken, dan zien we een wirwar aan lijnen, lampen en borden. Ik leg je uit wat die allemaal betekenen.

Hoe gek het ook klinkt, één van de grotere uitdagingen voor piloten en de verkeersleiding is het in goede banen leiden van het verkeer op de grond. Vliegtuigen zijn nou eenmaal niet gemaakt om te rijden. Om 3 redenen:

1. Een vliegtuig is breed. Soms wel zo’n 70 meter. Bij de meeste vliegtuigen kunnen we vanuit de cockpit de vleugeluiteinden weliswaar wel zien, maar op zo’n afstand is het moeilijk om in te schatten, waar de vleugel precies ophoudt. Daarbij hebben de vleugels meestal ook “pijlstelling”. Aerodynamisch onmisbaar, maar bij het sturen op de grond betekent dit, dat als we bijvoorbeeld naar links sturen, de rechtervleugel in eerste instantie nog verder naar rechts gaat! Denk daar maar eens over na….;)

2. Een vliegtuig is ook heel lang. Het neuswiel, waarmee we sturen op de grond, bevindt zich vaak ver achter de cockpit. Dit betekent dat we bij scherpe bochten en smallere taxibanen, de bocht eerst voorbij moeten rijden, voordat we gaan draaien. Anders gaan de achterwielen van het vliegtuig door het gras.

3. Een vliegtuig is zwaar. En dat manoeuvreert niet lekker. Om een vliegtuig een bocht te laten maken, hebben we soms veel vermogen (stuwkracht) nodig. Dat is ronduit gevaarlijk als er in de buurt bagagecontainers, busjes of trappen staan, die gemakkelijk omver geblazen kunnen worden. Goed opletten dus als er mensen in of uitstappen, en andere vliegtuigen met draaiende motoren vlakbij moeten manoeuvreren.

En dan moeten wij ook nog onze weg vinden. Dat lijkt gemakkelijk, maar dat is het vaak niet. We komen behalve op onze thuisbasis Schiphol, nou eenmaal niet dagelijks op allerlei vliegvelden. Er zijn zoveel bestemmingen dat het onmogelijk is om alle lokale regels uit het hoofd te kennen.

Ieder vliegveld heeft zijn eigen specifieke regels. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de layout van een vliegveld. Er zijn daardoor vaak standaard routes voor vertrekkend en binnenkomend verkeer. Deze routes hangen natuurlijk af van het baangebruik en dat is weer afhankelijk van de windrichting.

Sommige taxibanen zijn 1-richtingsverkeer, andere taxibanen hebben restricties vwb spanwijdte of maximaal gewicht, enz. Soms staat dit alles aangegeven op borden, maar vaak ook moeten we deze informatie halen van plattegronden van het vliegveld.

Lijnen

Op de grond worden we geholpen door lijnen, lampen en borden.

Witte lijnen zijn normaal gesproken voorbehouden aan de start en landingsbaan. Dat geldt ook voor witte lampen, zowel langs de zijkant, als vaak ook op de middenstreep.

Gele lijnen zijn in gebruik voor taxibanen. Deze taxibanen hebben soms verlichting langs de zijkant, deze is blauw. Ook de middenstreep kan verlicht zijn, bij taxibanen is deze verlichting dan groen. Deze lampen bevinden zich dus in het asfalt. Als je erover heen rijdt met het neuswiel, dan voel je dat.

Namen

Net als snelwegen, hebben ook taxibanen een naam. Dat kan zijn een letter, al dan niet in combinatie met een cijfer (bv N4), maar soms ook ‘inner’ of ‘outer’, met een richting North, East, etc. Voor vertrek en voor de landing nemen we aan de hand van kaarten, of tegenwoordig op de iPad, de route uitvoerig door, zodat we niet voor verrassingen komen te staan. In principe zijn de borden met de namen van taxibanen geel.

Als we de start of landingsbaan naderen zien we daar een rood bord met daarop 2 cijfers, bijvoorbeeld 05. Deze cijfers staan overigens ook heel groot op de baan geschilderd. We naderen nu baan 05, die zo heet omdat de koers afgerond in tientallen graden 050 is, naar het noordoosten dus. Als we aan het andere eind van de baan zouden staan, zien we daar een bord 23. Omdat startbanen nu eenmaal kaarsrecht zijn, is de koers in tegenovergestelde richting dus 230. Een baan in noordelijke richting noemen we overigens 36 en niet 00.

Als er banen parallel aan elkaar liggen, dan voegen we nog een letter toe, zoals op Schiphol. We hebben daar maar liefst drie parallelle banen in noord-zuid richting. Deze heten in de volksmond: Polderbaan, Zwanenburgbaan en Aalsmeerbaan. Voor ons heten ze 36L/18R , 36C/18C (center) en 36R/18L.

Het taxiën is dus minder makkelijk dan het op het eerste gezicht lijkt, maar je reis is pas echt voorbij als we netjes geparkeerd staan en de motoren zijn uitgeschakeld.

Dat parkeren moet ook zorgvuldig gebeuren. Niet te ver, maar ook niet te dichtbij, en keurig in het midden. Anders zou het wel eens onmogelijk kunnen zijn om de gate aan het vliegtuig aan te sluiten. Een elektronisch bord helpt ons daarbij. We kunnen zien hoeveel meter we nog vooruit moeten en of we netjes in het midden staan.

Als we niet de beschikking hebben over dit hulpsysteem, dan is er nog altijd de “ouderwetse” marshaller. Een man met 2 bordjes in zijn handen, die ons in de goede richting dirigeert.

Ik hoop dat je een beeld hebt gekregen van de verschillende borden en de verlichting op het vliegveld. Kijk maar eens naar buiten, wellicht duurt het taxiën nu gevoelsmatig ook minder lang, maar daarover in een volgend blog meer.

Vaag bekend?

Het kan zijn dat je dit blog eerder hebt gelezen. We plaatsten dit blog in augustus 2015. Dit is dus een repost. Maar zeg nou zelf: meer te weten komen over lampen, borden en strepen blijft interessant, toch?