Zeventig jaar New York, KLM’s Noord-Atlantische paradepaardje

Op 21 mei 1946 vertrok vanaf Schiphol een DC-4 met als bestemming New York. KLM werd hiermee de eerste Europese luchtvaartmaatschappij die het continent met de VS verbond. Nu, zeventig jaar later, is het Noord-Atlantische routenetwerk van KLM een van de belangrijkste verbindingen van Europa met de VS. Reden voor een feestje en een verhaal over vroeger.

1946 vertrek van de Rotterdam naar NY

Het uitzwaaien van de Rotterdam bij vertrek naar New York.

Op zich is een 70-jarige jubileum een mijlpaal, maar KLM heeft bestemmingen die langer in het routenetwerk zitten. Dat zijn vooral Europese bestemmingen en steden richting het Oosten, Azië. Dat komt doordat de luchtvaart het in haar beginjaren dichter bij huis zocht. Routes naar Londen, Parijs, Hamburg, Stockholm, maar ook een verbinding met de toenmalige kolonie Nederlands Indië stonden hoog op het prioriteitenlijstje. De blik was met name op Europa en het Oosten was gericht. Het West-Indisch Bedrijf van KLM was weer een uitzondering, maar ook hier gold dat een verbinding met Nederland en de zogeheten overzeese rijksdelen de aanleiding was. Die visie veranderde echter in de oorlogsjaren en na de bevrijding raakte het geheel in een stroomversnelling.

Diplomatie

Het was een lang gekoesterde wens van directeur Albert Plesman om een lijndienst te mogen openen van Amsterdam naar New York. Op zijn zachtst gezegd was er in die tijd, we hebben het over de jaren veertig, sprake van een zekere vorm van protectionisme van lokale Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen die de komst van een buitenstaander als KLM niet zo zagen zitten. Het lukte uiteindelijk wel om op basis van een bilateraal luchtvaartbedrag, dus tussen Nederland en de VS, en veel diplomatiek talent om de route Amsterdam-New York te kunnen gaan vliegen. In januari 1946 werd begonnen aan een reeks proefvluchten en op 21 mei van dat jaar was het echt zover. De DC-4, een viermotorig toestel met plaats voor 44 passagiers, vertrok met vertegenwoordigers van de overheid, journalisten, KLM’ers en een enkele zakenman naar New York.

Paradepaardje

De route had in eerste instantie twee tussenstops: een in Glasgow en een in Gander, Newfoundland. Daarnaast was een aantal uitwijkplaatsen geregeld, mochten de weersomstandigheden bijvoorbeeld het noodzakelijk maken om een tussenstop te maken. Snelheid was belangrijk, maar veiligheid nog belangrijker. De totale reistijd was 25,5 uur, waarvan 21 vlieguren. In eerste instantie werd er twee keer per week gevlogen, maar de route was een dusdanig succes dat er alleen in 1946 al 33 extra vluchten werden gemaakt. In de jaren erna werd de frequentie verhoogd en uiteindelijk werd er vanaf 1950 dagelijks op New York gevlogen. De route bleek een groot succes en KLM had er een paradepaardje bij.

Serving NY 1947Twee affiches ter promotie van New York. Links: begin jaren 50 en rechts: 1948.

Capaciteitsvergroting

In die jaren begon de luchtvaart langzaam maar zeker ook te veranderen. Het type passagier veranderde, de toestellen werden groter met als gevolg een groter aanbod in capaciteit. Vliegen was een kostbare aangelegenheid, maar juist door de introductie van een nieuw soort vervoersklasse, de tourist class en enkele jaren later de economy class, werd vliegen voor een grotere groep bereikbaar. In eerste instantie werd bij KLM deze nieuwe klasse geïntroduceerd op die belangrijke Noord-Atlantische route, waarop ook telkens nieuwe toesteltypen werden ingezet.

Als ik zo door de geschiedenis van KLM heen ga, dan werden nieuwe vliegtuigtypen regelmatig meteen op de Noord-Atlantische routes ingezet. De DC-8, het eerste straalvliegtuig voor KLM, vloog in eerste instantie vooral op New York en zo ging het ook met de eerste Boeing 747-200, het eerste wide-bodytoestel. En telkens was daar de bijbehorende capaciteitsvergroting. KLM zag iedere keer het potentieel van de Noord-Atlantische route groter worden en handelde dienovereenkomstig.

1960 DC8 werd ingezet op NY

Een DC-8 van KLM op New York International Airport later John F. Kennedy International Airport.

Nieuwe routes en samenwerking

Het aantal bestemmingen op deze route groeide in eerste instantie niet spectaculair. In 1949 kwam Montreal erbij en in 1957 Houston en ook Anchorage als tussenstop voor de Poolroute. In de jaren zeventig werden landingsrechten verworven in Chicago, Toronto en Los Angeles, maar de grote stappen werden gezet in de jaren tachtig en negentig. De doorbraak kwam  in 1992 toen de Open Skiesovereenkomst tussen Nederland en de werd VS ondertekend, een essentiële stap in een nieuw samenwerkingsverband.

Na de verlening van de antitrustimmuniteit (waarbij onderzocht is en gegarandeerd wordt dat er geen monopoliepositie bestaat op een bepaalde route die nadelig is voor passagiers of concurrenten) van het Amerikaanse ministerie van Transport en toestemming van de EU werd het vanaf 1993 namelijk veel gemakkelijker om nauwer samen te werken met strategisch partner Northwest Airlines (NWA). In 1997 kwam het uiteindelijk tot een joint venture. Dit samenwerkingsverband was op dat moment het grootste tussen twee airlines ter wereld. NWA fuseerde in 2008 met Delta Air Lines die al strategisch partner was van Air France en vervolgens kwam in 2009 de trans-Atlantische joint venture tussen de drie luchtvaartmaatschappijen tot stand. In 2010 kwam daar Alitalia bij en ontstond de joint venture zoals die nu nog bestaat.

5th Avenue

Terug naar New York, want daarmee begon het. Van meet af aan zag KLM het enorme potentieel van deze route. Het was een prestigeobject, maar dat niet alleen. De ontwikkeling van Schiphol in de naoorlogse jaren en het economische belang van samenwerking met de VS langzaam maar zeker groter en groter. Dat maakt het ook niet verwonderlijk dat het KLM-kantoor jarenlang gevestigd was op 5th Avenue, toch niet de minste straat van New York.

1959 Audrey Hepburn opent KLM kantoor

Opening KLM kantoor in New York City door Audrey Hepburn en Mel Ferrer, links: de Nederlandse ambassadeur dr. J.H. van Royen. 

In deze straat verhuisde KLM in 1959 naar een nieuw onderkomen op de hoek van 49th Street en werd daarmee het grootste kantoor dat een airline op dat moment in New York had. Het werd feestelijk geopend door ‘onze eigen’ Audrey Hepburn die toch een bijzondere band met Nederland en KLM had. 5th Avenue was bekend om zijn kerstetalages en KLM wilde daar graag haar steentje aan bijdragen. De jaarlijkse winteretalage met bouwwerken uit het Nederlandse miniatuurstadje Madurodam was een begrip en trok veel bekijks. KLM had zich op de kaart gezet in The Big Apple. Waar een klein land groot in kan zijn.

1965 Madurodam op KLM kantoor NY

Madurodam etalage, KLM kantoor New York 1969. 

Geplaatst door:   Frido Ogier  | 
Deelnemen aan het gesprek Opmerkingen weergeven

Christjan

Geachte heer Frido,

Met veel belangstelling uw blog gelezen. Mijn vraag: Was het zo dat je rond 1980 alleen op New York kon vliegen om bijvoorbeeld een stad als Boston of Philadelphia te bezichtigen? U schrijft: “In de jaren zeventig werden landingsrechten verworven in Chicago, Toronto en Los Angeles, maar de grote stappen werden gezet in de jaren tachtig en negentig.”
Daaruit blijkt dat er nog geen rechtstreekse vluchten naar Boston, Washington DC of Philadelphia waren.

Groet, Christjan

Frido Ogier

Dag Christjan,

Dat klopt. Steden als Washington, San Fransisco en Boston werden pas begin jaren negentig in het netwerk van KLM opgenomen.

groet,

Frido

Christjan

Beste Frido,

Dank u wel voor deze terugkoppeling. U weet meer dan een stewardess die ik erover aansprak onlangs… Zou iemand in 1980 voordeel hebben gehad door vanaf Brussel te vliegen met Sabena, en zo rechtstreeks op Boston, Philadelphia of Washington DC te vliegen? Wellicht weet u dit antwoord ook?

Groet, Christjan

Frido Ogier

Dag Christjan,

Wellicht. Nu weet ik niet of Sabena in die tijd ook al op bijvoorbeeld Boston vloog, maar stel dat dit wel het geval was dan zou het een goede optie kunnen zijn geweest.

groet, Frido

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Loading